Geschiedenis van kunststoffen

De eerste kunststof die gebruikt werd was bakeliet (PF). Dit was omstreeks 1908. Bakeliet was ontwikkeld door de Leo Baekeland, een Amerikaanse uitvinder van Belgische afkomst. Het werd gebruikt in de elektrotechniek, in radiokasten en als deurklinken. Zo’n beetje alle andere kunststoffen werden pas in de tweede helft van de twintigste eeuw uitgevonden. Het was dan ook pas na de Tweede Wereldoorlog dat de massaproductie van kunststoffen echt goed op gang kwam. En als je tegenwoordig om je heen kijkt, kun je overal wel kunststof ontdekken.

Ontstaan van kunststof

Kunststoffen zijn opgebouwd uit bundels macromoleculen, ook wel polymeren genoemd. Een polymeer is een stof die opgebouwd is uit moleculen die ontstaan zijn door synthese van kleine moleculen die monomeren worden genoemd. Kunststof worden voor een groot deel gemaakt uit aardolie. Met 10 kilo aardolie heb je al voldoende voor het maken van 3000 draagtassen, 1000 yoghurtbekers of 12.000 injectiespuiten. Deze aardolie wordt gekraakt. In dit proces wordt de olie verhit in een speciale kraakruimte. Door het kraken worden grote molecuulketens gebroken in kleinere. Dit gebeurt doordat sommige verbindingen tussen koolstofatomen worden verbroken. Doordat er een katalysator gebruikt wordt, wordt het kraken versneld. Stoffen die bij het kraken ontstaan zijn onder andere propeen en etheen. Hier kan dan weer kunststof van gemaakt worden, door te polymeriseren.

Andere namen

Andere namen voor kunststof zijn polymeren of plastic(s). Het woord polymeer is uit het Grieks afgeleid, poly is veel en meer betekent deel. Een polymeer is een molecuul dat bestaat uit een aaneenschakeling van meerdere identieke deeltjes. Deze deeltjes zijn monomere eenheden. Dus polyamide (kunststof) is polymeer, maar amide is monomeer.
Plastic is een woord dat we hebben overgenomen uit het Engels. Hoewel men vaak dat plastic en kunststof hetzelfde is, is dit niet altijd zo. Een plastic is eigenlijk alleen een kunststof waarvan door plastische vormgeving (verhitting in een vorm onder druk) een voorwerp kan worden gemaakt. Men spreekt dan van een thermoplast. Lang niet alle kunststoffen vallen daaronder. Daarom is de naam plastic niet echt een geschikt alternatief voor de naam kunststof.

Eigenschappen

Kunststoffen hebben meestal de volgende eigenschappen:

  • Licht in gewicht
  • Sterk en redelijk duurzaam
  • Slijtvast
  • Redelijk trillingsvrij
  • Alle kleuren leverbaar
  • Goed ten opzichte van de alternatieven
  • Isolatoren van warmte en elektriciteit
  • Gemakkelijk te vervormen en bewerken

Beschrijving van de drie groepen

Kunststoffen zijn in te delen in drie groepen, namelijk thermoplasten, thermoharders en elastomeren. Als je een thermoplast onder de microscoop zou leggen, zou deze er uit zien als heleboel losse draden bij elkaar. Thermoplasten smelten voor ze verbranden. Ze lossen op in bepaalde stoffen waaronder aceton, benzine en thinner. De naam van een thermoplast begint altijd met poly. Thermoharders zien er onder de microscoop bijna hetzelfde uit als thermoplasten, alleen hebben thermoharders dwarsverbindingen tussen de draden. Thermoharders smelten niet, maar verbranden wel. Ze lossen niet op en ze zijn weinig flexibel. Elastomeren worden ook wel kunstrubbers genoemd. Onder de microscoop kun je zien dat de moleculen van deze kunststofsoort zwavelbruggen bevat. Dit zorgt voor de elastische eigenschap. Verder zitten de elastomeren qua gedrag tussen de thermoplasten en de thermoharders in.


Wilt u informatie over afmetingen en prijzen?

Neem dan contact met ons op via 030-2620838 of via verkoop@wsv.nl

Comments are closed.